The quest for The White Lodge (7)
De grote appel. Het grote happen. Het is hier vandaag 4th of july. Benieuwd wat dat zal worden, behalve het spectaculaire vuurwerk vanavond.
Op de dag dat ik aan mijn reis begon, stierf Ronald Reagan. Ex-president van de US. Een week later ging Ray Charles heen. Op dat moment verbleef ik in Seattle, waar het pianowonder zijn eerste live-successen kende. Drie dagen geleden is Marlon Brando gestorven, opgeleid en groot geworden in New York. Ik hoop niet dat er een verband is, want dan laten ze me het land niet meer uit…
Een week geleden in Vancouver heeft een onverlaat mijn camera gestolen. Het moet een van mijn roommates in het hostel geweest zijn, vermits zij de enige zijn met een sleutel. Vier gasten die allemaal vriendelijk goeiemorgen zeggen en vertellen waar ze vandaan komen en hoe fantastisch ze de stad vinden. Om dan – als ik 5 minuten ga douchen – er geniepig vandoor te gaan met mijn coolpix. Bastards. Wat ik het ergste vind, is niet het gemis van het toestel – alhoewel het een fokking fantastisch stuk speelgoed was – maar wel het feit dat een of andere pickpocket er met mijn herinneringen vandoor wilde. Er stonden namelijk nog 150 foto’s van de afgelopen dagen op het toestel. Een foto is natuurlijk maar een foto; en in de grond kan niemand me mijn herinneringen afpakken, maar de poging alleen al doet me vloeken. En guess what: ver zal de dief niet komen, want de batterij zat nog in mijn broekzak…
Vannacht op een bankje voor het New York Hostel:
Een dame uit Boston die met haar hele hebben en houden – inclusief kat – in de stad toekwam in de hoop hier een nieuw leven te beginnen. Haar spullen – inclusief kat – mochten de state border niet over en ze moest een verhuisfirma betalen om alles terug te shippen. Met haar laatste centen heeft ze vier nachten in het hostel kunnen boeken. Daarna is ze homeless. Ze heeft vier kinderen en een diploma geneeskunde. Ze is zwart en proud of it, maar daar luistert niemand naar…
Ook een domme del uit Londen met een accent, posh genoeg om Al Qaeda uit hun bunkers te lokken, die met haar vrienden een wedstrijdje photographing fat people hield. ’s Avonds werd het beeldmateriaal vergeleken, en degene die de dikste New Yorker had geflitst, won de door iedereen opgepotte inzet. Om die dan onmiddellijk op te doen aan cocktails en doritos…
Ten slotte een travestiet, die via internet onder een vrouwennaam drie nachten had gereserveerd in een female room. Hij/zij zag eruit als een overdadig opgedirkte man, maar hij/zij wrong zich in allerlei bochten om duidelijk te maken dat hij/zij net een sex-change achter de rug had, heftig aan de hormonen zat, en koste wat kost in een female room wou pitten. I want to be treated like a female! I want to be treated like the person I am! Een kwartier later droop hij/zij af…
If a man can live in New York, he can live anywhere
(Arthur C. Clarke, opschrift aan ground zero)
Dezelfde dag, of een andere (in het centrum van de wereld maakt dat zoveel niet uit – daar staat alles stil terwijl de rest errond draait in een krampachtige poging bij te blijven), zat ik ook op een bankje. Niet voor dat hostel, tenzij je in Central Park sliep die nacht (geen wonder dat ze er met je coolpix vandoor zijn).
Ik sprak er geen dakloze negerin of penisloze man. Toch niet die dag. Mijn ipod, mijn boek, een kartonnen beker koffie.
“If a man can live in New York, he can live anywhere.” Helemaal juist maar ook weer niet. Want waarom zou je ooit nog elders willen wonen.
Om in de woorden van onze (in het geval u ook in Nederland woont) gerespecteerde (hopelijk maar waarschijnlijk niet) ex-premier Balkenende te spreken: “žU draait en bent oneerlijk.”
Onvoorwaarlijk het eerste, mogelijk het tweede.
@ Matthias: U doet mij heimwee krijgen.
@ Tasmijn: Misschien moeten we gewoon proberen blij te zijn met elkaar?