• Wannes Daemen

The quest for The White Lodge (2)

En dan naar Shrek 2 in de AMC Movie The­atres. Opvallend is dat iedereen hier netjes zijn GSM uit­schakelt in de bioscoop – in tegen­stelling tot vele Vlaamse Film­ver­neukers – maar dat wil niet zeggen dat het een rustige ver­toning was. De popcorn vloog me let­terlijk om de oren, nadat hij luid­ruchtig voor­ge­kauwd was; en een Seatt­li­aanse groot­moeder inter­pre­teerde het begrip baby­sitting wel heel erg breed – haar kleinkind moet zo ongeveer een jaar oud geweest zijn en vond het groene monster maar niks. Dat heeft ie dui­delijk laten merken. Geen onder­titel is niet erg, maar een ver­staanbare klankband was mooi geweest, danku. Soit, hoe dan ook een klotefilm…

The quest for The White Lodge

The quest for The White Lodge

’s Ande­ren­daags (woensdag?) de ferry genomen vanuit de haven naar Vashon Island, één van de tal­rijke groene oases langs de kust. Met veel ver­schil­lende ver­voer­mid­delen (lift, bus, cami­o­nette en mijn – onder­tussen rij­kelijk beblaarde – bloed­eigen voeten). Zo’n eiland ziet er van ver klein en schattig uit, maar in wer­ke­lijkheid is het actually quite big, frankly, zoals de net niet gepen­si­o­neerde bus­chauffeur me wist te vertellen…

The quest for The White Lodge

The quest for The White Lodge

Vashon Island. Heaven and hell. Mijn god wat was het daar mooi. En by Jove wat heb ik afgezien. Mijn knieën dragen er nog de sporen van. Hoe mooi het daar was, valt moeilijk met woorden te beschrijven. Beeld je een kruising in tussen Baraque Fraiture, de Wad­den­ei­landen en Bob­be­jaanland. Maar dan 300 jaar na de dood van B. Schoepen. Een jeugd­herberg tussen het groen, met bedden in wigwams en huif­karren, en douches in open­lucht. De zon heeft het die dagen enigszins laten afweten, maar dat kon de pret niet drukken. Drie hoogtepunten.

Ten eerste een fiets­tochtje met één van de free bikes. Die waren niet voor niets free. Ze hadden geen ver­snel­lingen, en dat is – gezien het afschrik­wekkend heu­vel­achtige karakter van het eiland – geen goed idee. Om half negen des avonds was ik terug op de campground, en ik ben quasi ter plekke in slaap gevallen.
Ten tweede enkele uren fine quality time at the fish pond, een idyl­lisch plekje natuur­schoon in het midden van het bos met een bankje aan het water, waar wer­kelijk niemand langskomt. Enkel vogels, muggen en kikkers. En wat voor kikkers. Kikkers die door de Leu­vense politie onge­twijfeld zouden gemuil­korfd worden wegens nach­te­lijke lawaai­hinder. In eerste instantie dacht ik dat er een zwangere koe lag te kermen aan de waterkant, maar het bleek een uit de kluiten gewassen puit met de long­inhoud van drie tenoren. Adem­be­nemend. Ondanks het strenge drank­verbod van de jeugd­herberg – this is America, remember – was ik er toch in geslaagd een blikje Budweiser naar de waterkant te smok­kelen, en in com­bi­natie met een goed boek en de onder­gaande zon was dat waarlijk hemels.
Ten derde een fiets­tocht met één van de moun­tain­bikes. Ik geef het toe: ik heb mijn meerdere leren kennen, en mijn meerdere heet Maury Island. Dat is een schier-uitloper onderaan Vashon Island, en de heu­vel­toppen volgen elkaar op als was het een duivels complot. Helling na helling na helling na helling – na helling na helling – moest ik trot­seren, zwetend en puffend, voordat ik aan de ver­lich­tende afdaling mocht beginnen. Com­pleet uit­ge­droogd en uit­ge­waaid strom­pelde ik op het eind van de namiddag Perry’s Burger Barn binnen, om me als een uit­ge­hon­gerde hyena op een Double Cheese en drie cola’s te storten. Ik heb nog nooit zo lekker gegeten als daar bij Perry. Perry glim­lachte, bakte, en zag dat het goed was.

The quest for The White Lodge

The quest for The White Lodge

En The White Lodge? Die kwam ver­vaarlijk dicht in de buurt… Op de campground cir­kelden enkele zwarte kraaien laag door de lucht, en toen ik even naar de plee ging, zag ik bij het terug­keren dat één van de vogels zowaar pogingen deed om mijn tent binnen te dringen, op zoek naar een half gesmolten milky way. Mis­schien moet ik die Lodge helemaal niet zo ver gaan zoeken, mis­schien sleur ik ze gewoon al heel de tijd in mijn rugzak mee, in elk geval zag ik – en hoorde ik in het holst van de nacht – dingen die me deden ver­moeden dat the Log Lady me op de hielen zat. Enfin, mijn reis is nog lang niet ten einde, dus ik ga mezelf heus niet tevreden stellen door deze ultieme vondst reeds tijdens de eerste week binnen te doen. I’m a poor lonesome cowboy, and there’s a long way ahead of me…

The quest for The White Lodge

The quest for The White Lodge

En verder? Vrijdag terug naar Seattle, wederom bezoekje aan de Public Library (ik kon het niet laten), en een hele namiddag rond­ge­struind in het Seattle Art Museum, waar ik twee ten­toon­stel­lingen kreeg voor de prijs van één. Ik kocht een kaartje voor Van Gogh to Mondrian, met de hoog­te­punten uit de col­lectie van mevrouw Kröller-Müller, en onwetend stootte ik daarna door naar hogere ver­die­pingen van het gebouw – zonder dat er ook maar iemand naar een tic­ketje vroeg – om uit te komen bij Only skin deep, een schit­terend over­zicht van Ame­ri­kaanse foto­grafie uit de laatste honderd jaar. En dat allemaal voor zeven dollar. Thank you America. Daarna een tic­ketje gekocht voor de bus naar Van­couver, waar ik binnen dit en een uur zal opspringen, The Emerald City ver achter me latend. Moe maar voldaan en met too much blood in my caffeine-system…

The quest for The White Lodge

The quest for The White Lodge

Morgen ver­kie­zingen in Vlaan­de­renland. Hopelijk wordt het daar een zonnige dag. De uit­bater van het Vashon Youth Hostel ver­telde me dat het aantal rei­zigers in zijn jeug­herberg sinds het aan­treden van George Bush zowat gehal­veerd was. Dat mogen we niet zomaar laten gebeuren. De wereld is veel te mooi om je deur niet uit te komen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *