The quest for The White Lodge (1)
Hier in Seattle ga ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid The White Lodge niet vinden. Mooi is het hier zeker, maar een beetje intelligente White Lodge trekt zich niet terug in een urbane plek als deze. Het had nochtans gekund. Genoeg bomen en struiken hier die een doorgang zouden kunnen forceren. Seattle is zo’n beetje een mini-New York, gekruist met het stadspark van Leuven. Het betere groene grootstadsgevoel.
Eén van de eerste toppers was de nieuw public library (mentioned before), een oase van glas en staal in een architecturaal wonderbaarlijk kleedje gegoten. Ik heb een tijdje zitten lezen in the living room (dat ding heet effectief zo), in de nabijheid van de information desk, en op een half uur tijd zijn er welgeteld drie mensen komen vragen hoe in godsnaam die ramen gewassen worden. Blijkt dat de moeilijkst bereikbare stukken van het gebouw voorzien zijn van gaten en haken om klimuitrustingen aan op te hangen… (solliciteren, quin!)
De jetlag trotserend kroop ik maandagmiddag in mijn bed in de jeugdherberg voor een tukje. Ik werd ’s anderendaags ’s morgens om half zeven wakker. So long for biorhythm. Dan maar een frisse ochtendwandeling gemaakt langs de waterkant, uitkijkend over zeilschipjes en de surrounding islands – waaronder Vashon Island, waar ik hoop te geraken een dezer.
Dinsdag het centrum van Seattle opgezocht voor een obligaat bezoek aan de Space Needle, een restant van één of andere wereldtentoonstelling en panoramisch kwijlpunt. In alle hoeken en verten getuurd, maar geen White Lodge te bekennen. Daarna uren staan gapen naar het Experience Music Project, een amorf gebouw van Frank Gehry, een gigantische massa bochten en bulten uit plaatstaal die je het gevoel geven oog in oog te staan met een gemuteerd middeleeuws monster. Binnenin een – volgens de uitbaters – een adembenemende ontdekkingstocht doorheen de wereld van Amerikaanse popmuziek. Alles wat ik er vond (na het betalen van een belachelijk hoge inkomprijs) was een collectie oude platenhoezen en gigantische flatscreens waarop vrienden van kennissen van buren van de ouders van Jimi Hendrix komen vertellen hoe de kleine Jimmy al op negenjarige leeftijd in de achtertuin gitaren in de fik stak. Onderwijl moest ik hordes kermende en gillende all-american highschool kids trotseren. Vreemd hoe zo’n grensverleggend architecturaal hoogtepunt dergelijk plat amusement kan bevatten.
Bedelaars zien er niet altijd vuil en slonzig uit. Ze zijn jong en hip en homeless en spreken je op straat aan, maken je wijs dat ze Belgische roots hebben – Brussels? That’s France, isn’t it? – en smeken dan om een paar dollar. Ik heb hem een appel gegeven en that’s it.
Post Meridiem op zoek naar de Apple Store. In Europa hebben ze die dingen niet, dus hier in de States een obligate stop. Waarom ze dat onding niet gewoon in het centrum van Seattle neerpoten, is me een raadsel. In elk geval heb ik zo de campus van Washington University leren kennen. Een half uur met de bus up north, en je komt terecht in een groene fata morgana vol met alpha beta phi – mansions en studenten die languit in het gras liggen, met of zonder handboek, maar steevast met genoeg zonnecreme om het een heel semester uit te houden. De stars ’n stripes bikinis staken schril af tegen de skatebroeken van downtown Seattle. Ik kreeg zowaar weer zin om te gaan studeren. Doch helaas nergens een ingang naar The White Lodge, dus fluks de plaatselijke Starbucks opgezocht om de hitte door te spoelen met een Café Vanilla Frappucino.
Net op het moment dat je denkt de reis van je leven te ondernemen, en na drie dagen al kippevel krijgt van onthechting en onthaasting, raak je aan de praat met een hardrockende Welshman, die na zeven maanden rond de wereld trekken toch maar besluit dat het tijd is om naar huis te gaan. Hij zag er compleet verwilderd uit, maar veel gezonder dan veel belgen…
een nuchtere vlaming in all american daily life…it must be an experience! :))))
have fun overthere dude!
cms